Improvisatiekunstenaars

oktober 1, 2014 suzan

De Volkskrant van gisteren opende met een dreigend verhaal van Asscher over de robotisering van Nederland. Dreigend omdat het de toekomstige werkgelegenheid in gevaar brengt. Voor mij stond er een hele belangrijke zin in:

“Scholen moeten kinderen opleiden tot een soort improvisatiekunstenaars, die ad rem kunnen inspelen op veranderingen in de economie. ‘Niet trainen op routine, maar op het onverwachte. Niet op feiten, maar op creatief analyseren en nieuwe wegen zoeken.’


Mijn tijdslijn, vol met kunstenaars, ontplofte in enthousiasme. Jaaa!! Meer kunstvakken op school! Natuurlijk! Meer kunstvakken op school! Maar niet omdat de economie er beter van wordt. Maar omdat we jonge mensen dan de tools bieden om mens te worden. Bovendien is er een hele belangrijke vraag die we echt eerst in het onderwijs moeten beantwoorden: hoe ziet onderwijs eruit dat van leerlingen ‘creatieve improvisatiekunstenaars’ maakt?

Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijkste ingredient van creativiteit verbeeldingskracht is. Het vermogen je een andere wereld voor te stellen en jouw rol daarin weten vorm te geven. Het vermogen om in een ogenschijnlijke chaos dat spaghetti-sliertje te vinden dat een start is van een nieuw idee. Ook lef  is van groot belang. Immers… je moet buiten het gebaande pas durven stappen. Lef om te durven afwijken. De vragen te durven stellen die de ander niet stelt. Reflectie is een volgende stap. Kijken naar of wat je bedacht hebt in werkelijkheid ook het effect heeft dat je beoogde. En dat is pas eng. Want dan moet je het lef hebben jezelf te bevragen! Tenslotte discipline. Doorzettingsvermogen om met tegenslagen om te gaan. De discipline om niet op te geven maar te blijven geloven in de kracht van jouw verbeelding. Dit alles kost tijd. Het filmpje wat je hieronder vindt toont dat prachtig aan.  Om creatief te kunnen zijn moet je processen kunnen doorlopen. Anders blijf je steken bij het eerste idee.

En nu. De realiteit van het onderwijs. Dezelfde regering als waar meneer Ascher deel van uitmaakt heeft in onderwijs een sterke opbrengst gerichte cultuur gecreëerd. De waarde van onderwijs wordt gemeten door elke leerling langs landelijke normen te leggen. Deze normen betreffen uiteraard meetbare eindtermen.

Vorig jaar was ik conrector van een jonge en zeer dynamische VO school. Deze school wilde het werkelijk anders doen. Een school worden van de 21e eeuw. Leerlingen op andere wijze de ruimte geven om hun eigen identiteit en menszijn te ontdekken. Toen de inspectie langs kwam was men heel erg onder de indruk van de sfeer, de openheid van de leerlingen, de bereidheid om te willen leren. Maar helaas. De cijfers van de havo waren in relatie tot het landelijk gemiddelde te laag en het verschil tussen schoolonderzoeken en eindexamen was 0.3 punt te groot. De school ontving een zwak. Iedereen die in het VO werkzaam is weet wat dat doet met je onderwijs, welke krachten er dan gaan werken. Laat ik volstaan met te zeggen dat verbeeldingskracht, lef en reflectie niet direct tot kernconcepten van de school werden. Discipline wel…maar dan vooral opgelegd.

We zitten dus met een enorme paradox die het onderwijs in een spagaat brengt. De opbrengst gerichte cultus in het onderwijs zal geen improvisatiekunstenaars voortbrengen. Ondanks het onderwijs zullen er mensen zijn die wel de vrijheid in hun hoofd behouden. En ja..dat zullen jonge  mensen zijn met een hart van een kunstenaar. De behoefte zich te verbinden met wat hen van binnen beweegt, dit met anderen te communiceren via andere wegen dan alleen het geschreven woord om zo een beweging te brengen in de maatschappij. Er moet zeker meer kunstonderwijs op school komen. Maar niet omdat het goed is voor de economie. Het onderwijs zou er goed aan doen te kijken naar hoe we leren in de kunsten. Daar liggen namelijk antwoorden voor de vragen die de weerbarstige werkelijkheid ons elke dag stelt.

Hier vind je twee links naar artikelen die ik over dit onderwerp schreef: