“Voorstellingsvermogen is belangrijker dan kennis.” (Albert Einstein)

maart 7, 2011 suzan

Voor mijn studie onderwijskunde moet ik een essay schrijven. Ik moet het volgende week inleveren. Hieronder staat die al in al zijn 3000 woorden. Mocht je nog tips hebben, dan hoor ik het graag!

————————————-
Waarom op kennisoverdracht gericht en docentgestuurd onderwijs volstrekt ontoereikend is in een maatschappij waarin innovatie een belangrijke economische bouwsteen is.

“Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën. (…) Om te komen tot meer excellent onderwijs is meer structuur en focus op kennis nodig. Er wordt toegewerkt naar een absolute kwaliteitsnorm waarbij de toegevoegde waarde zwaarder meeweegt.” (Regeerakkoord 2010, onderwijs, para. 1)

“Om de concurrentiekracht van het bedrijfsleven te versterken voert de overheid ook een gericht beleid ter bevordering van innovatie en ondernemerschap, onder meer door stimulering van samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Innovatie is voor alle sectoren van het bedrijfsleven van vitaal belang bij de productontwikkeling en export.” (Regeerakkoord 2010, economie, para. 3)
Bovenstaande twee ambities uitgesproken door de huidige regering Rutte zijn veel gehoord en besproken in de landelijke media. Kernwoorden zijn dan innovatie en kenniseconomie. In de media worden deze vaak in één zin genoemd. Met een kenniseconomie wordt dan een samenleving bedoeld waarbij een significant deel van de economische groei voortkomt uit (technische) kennis.
Kennis wordt in het regeerakkoord naadloos verbonden aan innovatiekracht. Dit blijkt onder andere uit de Kennis en Innovatie Agenda (2011). Conclusies die daarin getrokken worden is dat om de innovatiekracht van Nederland te verhogen we het onderwijs en onderzoek moeten verbeteren: Europees gezien lopen we achter in de investering in kennis (KIA 2011).
Het regeerakkoord sluit daarbij aan door de nadruk te leggen op meer kennis in het onderwijs. Over de inhoud van die kennis is de minister duidelijk, het betreft terugkeren naar ‘de kern’, of zoals verwoord in de adviesaanvraag ‘Actieplan Beter Presteren’:
“In het basiscurriculum in primair en voortgezet onderwijs (zowel de onderbouw als de bovenbouwprogramma’s van vmbo, havo en vwo) komt meer nadruk te liggen op de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en science.” Bijsterveldt, 2010, para. 5)

Minder duidelijk is de minister over hoe dan precies die kennis tot de leerlingen moet komen. Wat echter wel duidelijk wordt uit de bovengenoemde adviesaanvraag van het actieplan is dat er ‘opbrengsgerichter’ gewerkt gaat worden, dat er meer aandacht komt voor het toetsen van wat de minister de kerntaken van het onderwijs noemt om zo de kwalificerende taak van onderwijs te onderstrepen. (Bijsterveldt, 2010)

In de volksmond wordt deze ambitie van de minister vaak aangegrepen om de vergaarbak van Het Nieuwe Leren (HNL) te ondergraven. Mijn vader, in 1967 afgestudeerd aan de Kweekschool verzucht vaak dat docenten weer gewoon les moeten gaan geven, en leerlingen ‘dingen moeten leren’. De vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) is het met hem eens:

“Directe instructie en oefening onder leiding van een vakkundig docent, in overzichtelijke groepen met een royaal aantal contacturen per vak, in beginsel de meest effectieve vorm van onderwijs is, mits goed uitgevoerd door de docent en binnen de opleiding ondersteund.”. (BON, 2006, para. 6)

Op allerlei ouderfora is ongezouten kritiek te lezen op het ‘softe’ onderwijs in Nederland, bijvoorbeeld op fora waar het Belgisch onderwijs wordt aangeprezen. Op de site bijvoorbeeld van de PZC (2011) staat een pittige en soms ietwat ongenuanceerde discussie te lezen tussen voor,- en tegenstanders van het onderwijs aan beide kanten van de grens. In dit forum valt op dat kennis in het onderwijs door deze lezers inderdaad direct verbonden wordt aan overdracht, discipline, structuur en docentgestuurdheid van het onderwijs.

De overheid wil dus een kenniseconomie zijn. Zowel de overheid als de publieke opinie hebben een visie over hoe deze kennis te vergaren, namelijk door productgerichtheid, kwalificeerbare en toetsbare eindtermen en meer sturing van de docent. Vraag die ten grondslag ligt aan dit essay is of dit de andere ambitie van de regering, namelijk het bevorderen van innovatie, wel dient.

De stelling die ik in dit essay wil verdedigen is dat in een maatschappij waarin innovatie een belangrijke economische bouwsteen is docentgestuurd en op kennisoverdracht gericht onderwijs volstrekt ontoereikend is.
Eerst zal ik uitleggen wat precies wordt verstaan onder innovatie en welke menselijke kwaliteiten ten grondslag liggen aan innovatief vermogen. Vervolgens zal ik bespreken hoe onderwijs dat deze kwaliteiten zoveel mogelijk ondersteunt en ontwikkelt eruit zou kunnen zien en beargumenteren dat daarin veel elementen zitten uit HNL. Daarna zal ik ook de tegenstanders aan het woord laten om vervolgens hun argumenten te weerleggen. In de conclusie zal ik tenslotte een beargumenteren dat zowel de kenniseconomie als de innovatiekracht ten dienste staan van elkaar en de maatschappij waarin wij leven. Om innovatief te zijn moet er geleerd worden creatief om te gaan met de kennis.

Mocht je geinteresseerd zijn in dit artikel stuur dan even een mail naar mij, of laat een reactie achter.

1 Comment on ““Voorstellingsvermogen is belangrijker dan kennis.” (Albert Einstein)

  1. Yep. Ik haddem idd al gelezen.
    Zijn wij nou echt de enigen in Nederland die dit begrijpen? Zo moeilijk is het nou ook weer niet. Ik vraag me af of de dames en heren ministers ooit hebben nagedacht over hun eigen onderwijs en wat ze daar eigenlijk geleerd hebben. En hoe dan. Hmm. Erg innovatief is het in elk geval niet, dat beleid. We zijn er uit: elke vorm van onderwijs, ánders dan wat onze ministers 'genoten' hebben, lijkt geschikt om het niveau dramatisch op te krikken….

Comments are closed.